Cursus 1

Gepubliceerd op 20 september 2019 om 12:07

Men schrijve een grijze, druilerige ochtend in september. De deur van de invalidensportclub glijdt open. Ik rijd naar binnen. Alsof ik niet anders gewend ben. Voor het eerst in maanden ontmoet ik nieuwe mensen, op een nieuwe plek, tijdens een nieuwe cursus. 

 

Gedurende het kennismakingsrondje blijkt al gauw hoe verschillend onze verhalen zijn; een auto-ongeluk dat een prima leven verwoest, een lichaam dat na een burn-out maar niet wil opknappen, traumatische gebeurtenissen met fysieke uitwerking, sluimerende klachten die na jaren dokteren naam kregen en ga zo maar door. Ieder een uniek verhaal, verbonden in dezelfde klachten: altijd pijn, altijd moe. 

 

De één staat aan het begin van een nieuw leven met pijn als onlosmakelijk onderdeel. Weerstand, frustratie- hoe verder?! Een ander is dat stadium allang gepasseerd, accepteert lichamelijke grenzen en denkt vooral: Wat kan ik wél? Wat is er over van wie ik vroeger was? Leeftijd, afkomst, levensloop; vanochtend doet het er allemaal niet toe. Allemaal komen we met één missie: hoe te leven met chronische ziek-zijn?

 

Vaak hoor ik mensen zeggen 'Jij bent altijd positief, dat vind ik zo knap!'. Zo'n opmerking wuif ik het liefst gauw weg: 'Ach, valt best mee. Iedereen zoekt toch manieren iets van het leven te maken?'. In mijn zoektocht naar herkenning, erkenning, ernaar handelen en accepteren van mijn klachten (zoals ik mijn acceptatieproces graag duidt) ervoer ik talloze ups en downs. Soms sjeesde ik rücksichtslos over mijn eigen grenzen heen; soms werkte ik meer constructief. Al die jaren één constante lijn: mijn levenservaring groeide en daarmee mijn inzicht in de grillen van mijn lichaam.

 

In het zaaltje van de invalidensportclub zie ik mezelf keer twaalf. Twaalf Vera's in verschillende stadia van haar acceptatieproces. Ik zie wanhoop, frustratie, woede, verdriet, kracht en alle andere emoties die ook ik doorvoel(d heb). Ik zie krampachtig opgetrokken muren en maskers die voorzichtig worden afgezet. Ik voel wie wonderoplossingen zoekt; zijn/haar 'oude leventje' zo snel mogelijk terug wil. En wie openstaat voor een nieuw begin, inclusief de daarbij horende uitdagingen en overwinningen. Maar bovenal ben ik hyperbewust van mezelf. 

 

Ik merk dat ik het moeilijk vind mijn beperkingen te beschrijven. Want ja, ze zijn er, maar nee ze bepalen mijn leven niet. Niet meer. Mijn chronische pijn als iets negatiefs typeren voelt bijna onnatuurlijk, omdat juist die tegenslag me de afgelopen jaren heeft gevormd tot wie ik nu ben. 

 

Wat me van deze eerste cursusbijeenkomst bijblijft, speelt zich dan ook vooral vanbinnen af. Toen we ons huiswerk kregen: 'Schrijf drie negatieve en drie positieve dingen op'. Pffft, denk ik. Ik weet niet of dat wel lukt… 

 

Ik kan naar buiten, heb fantastische vrienden, woon zelfstandig, probeer gezonder en voedzamer te eten, durf voor mezelf te kiezen als dat nodig is, krijg waanzinnig mooie reacties op mijn werk en voel voor het eerst in mijn leven ook zelf de potentie van mijn creativiteit- wat nu negativiteit?!

 

Op de terugweg kijk ik onder me, zie mijn elektrische rolstoel en lach. Een jaar geleden wilde ik van hulpmiddelen niets weten. Het toelaten daarvan zag ik als opgeven, aanstellerij! Wat zouden mensen wel niet denken? Ik, invalide? No way! En nu dit.

 

Ik kan wel janken. Van geluk.  Mijn strijd is mijn kracht geworden.