Herfst

Gepubliceerd op 9 september 2020 om 17:20

Ik voel de herfst in mijn lichaam. Het voelt onstuimig en doet pijn. 

 

Blaadjes waaien door de straat. Losgerukt van bomen. Oranje fietvlaggetjes wapperen alle kanten op. Haar raakt in de war. Windjacks worden getest op waterdichtheid. De dagen worden rap korter, de zon schijnt minder fel en de wolken vormen de prachtigste figuren terwijl ze rondrazen als zwermen voorjaarsspreeuwen. De eerste herfststorm is al aangekondigd. Tegenwoordig krijgt het naam.

 

Ik voel het wel, dit weertype. Vanbinnen voel ook ik me verwaaid. Bladeren verkleuren in de prachtigste composities. Compost voor het nieuwe jaar. Zaden worden geoogst voor een volgende seizoen. Net als de herfst merk ik verandering. Mijn lichaam schreeuwt het uit. Alsof alles wat zo prachtig bloeide opeens bruut wordt weggerukt; voedingsbodem voor weet-nog-niet-wat. Stilstand is nodig om verder te komen, maar… ik wil zo graag, zo graag NU.

 

Was mijn leven maar een tuincentrum, denk ik dan; waar seizoenen geen invloed hebben en bloei altijd vindbaar is.

 

Al tijden wil ik schrijven en al tijden lukt het niet, niet echt. Tranen zitten vast. Teveel te voelen, teveel dat aandacht vraagt, teveel dat blokkeert. Zoals een onstuimige herfstdag waarop de hemel raast en gitzwart kleurt op niet-zo-klaarlichte dag. Drukkend zonder ontlading. De hittegolven hebben zich vastgezet in mij. Alleen donder en bliksem bieden nog uitkomst. Maar waarom moet het altijd tot zo'n bombarie komen?

 

Half maart tot half juni is mijn beste tijd van het jaar. Op diezelfde wijze is de ochtend mijn favoriete moment van de dag. De levensfase waar ik in zit -tweede helft twintig-, klopt bij wie ik nu ben. In praktisch alles beweeg ik me het liefste vlak voor het midden. Pakweg het tweede kwartaal is "my moment to shine". Het geeft de veiligheid van weten waar je aan toe bent en de ruimte te dromen van wat nog komen gaat.

 

Mijn dromen zijn mijn luikje naar de werkelijkheid; daar kan alles en ben ik niet beperkt. 

 

De afgelopen maanden waren intens, opnieuw. Twee jaar na mijn revalidatie landde opeens het besef hoeveel ik verloren ben. In 2017 veranderde ik binnen een jaar van fulltime kunststudent naar fulltime ‘thuiszitter’. In 2018 vervloog hoop op een tijdelijke terugval naar vrede sluiten met eindigheid. “Niet ìk wil uit het leven stappen, maar het voelt alsof het leven mij niet meer wil”, verwoordde ik deze uitputtingsslag achteraf. In 2019 krabbelde ik aarzelend op en durfde voorzichtig nieuwe plannen te maken. 2020 wilde ik die plannen inkoppen, maar moest ik -weer- leren dat niet gemaakte plannen maar lichamelijk gevoelde sensaties de leidraad vormen van mijn nieuwe leven. 

 

Uiteindelijk wint mijn gevoel altijd van mijn hoofd. Hoe hard ik ook negeer wat mijn lichaam vertellen wil: de pijn uit zich genadeloos.

 

Superinteressant bijvoorbeeld dat ik sinds april bij een kPNI-therapeut de kracht van voeding en suppletie ontdek, sinds juni onderzoek wat disbalans me vertellen wil bij healing yin yoga, sinds juli een bekkenbodemfysiotherapeut bezoek om fysiek te stabiliseren en per augustus werd doorverwezen naar lichaamsgericht therapie om mijn zenuwstelsel te leren begrijpen en geruststellen; echt héél interessant. En. Ongelooflijk. Confronterend. Dagelijkse realiteit, bekend terrein.

 

Pijn voelt veilig zolang het zeurend aanwezig is. Het wordt pas veelzeggend ontregelend als het wordt ontleed tot wijsheid die het meegeven wil. Vertrouw, Vera!

 

Façades brokkelen af, eerlijkheid duurt het langst. Veiligheid blijft een thema. “De wereld is mooier met jou”, stond op mijn geboortekaartje. Altijd heb ik het als opdracht gevoeld het verschil te maken; de wereld daadwerkelijk te verbeteren. Misschien is mijn manier de wereld redden door mezelf te redden. Wie weet wat nog ontstaat.

 

Niks in de natuur twijfelt aan het terugkomen van de lente;
niks in mij wantrouwt het terugkomen van kracht.