Pijnverhaal [2/3]

Gepubliceerd op 15 mei 2020 om 12:03

Een lange blog, recht vanuit mijn hart. Dit is deel 2.

 

 

= Wat ik loslaat, krijgt ruimte =

 

Na veel ups en vooral downs keerde de verhalenverteller in mij terug. Met mijn eigen verhaal, mijn pijnverhaal. Mijn podium werd mijn pen. Dat mag opgemerkt worden. Hier en ver ver ver daarbuiten. 

 


OEFENING 1 - Mijn negatieve pijnverhaal

 

We schrijven april 2010. Ik was een meisje vol levenslust. Een scholiere die goede cijfers haalde en onderdeel uitmaakte van een mooie vriendengroep. Voor dagelijks zwemmen, waterpoloën, gymmen, fietsen, wandelen en/of afspreken met leuke mensen had ik alle energie. Ook voor vrijwilligerswerk en het bezoeken van mijn oma's draaide ik mijn hand niet om. Alles was prima. Ik wilde kletsen, lachen, bakken, schrijven, toneelspelen. Mijn interesses zo breed als mijn verbeelding. Ik leefde het leven van een een intelligente dromer vol ambitie de wereld mooier te maken. 

 

2 mei 2010 veranderde alles. Volledig. Een buikgriep was de oorzaak. Artsen wisten zich geen raad. AA Drink (op aanraden van de huisarts) bleek de oplossing niet. Psychologen, specialisten, therapeuten, begeleiders en wie al niet meer begonnen te sleutelen aan het meisje dat ik was: want alle pubers zijn toch moe? Wat maakt jou anders? Wil je aandacht? Liggen hier trauma's onder? Eet je eigenlijk nog wel? Denk je weleens na over zelfdoding? Zeg, doe eens wat meer je best! Mijn lichaam zonk dieper en dieper. De wereld suisde, mijn benen trilden, gedachtes maakten overuren. Ik was niet langer "goed genoeg": VERZET JE was het enige devies. Vooral niet voelen, niet verslappen. Rust roest. Ik mocht me niet laten gaan en werd tegelijkertijd gebroken. In de kiem gesmoord.

 

Al gauw volgden onderzoeken en later diagnoses. Pfeiffer in een laat stadium. Pfeiffer in een vroeg stadium. Nee, het Chronische Vermoeidheidssyndroom; dat was het! Ook kreeg ik een prikkelbare darm. Prognoses bestonden niet. Medicijnen evenmin. De enige mogelijkheid was praten. Heel veel praten. Mijn psychologe als geweten.

Van mijn vijftiende tot mijn negentiende werd alles besproken wat me bezighield. Ik wist precies wat zij wilde horen. Ik voelde ook precies wat ik niet kwijt kon. Langzaam brak ik open. Als een oester met een te gespannen sluitspier. Na vier jaar werd de schittering van de parel zichtbaar. En ik? Ik was kapot. Want al die tijd had niemand me geleerd wat voelen was. HOOFDzaak was toch dat mijn lichaam beter werd- wat had mijn gevoel daarmee te maken?

 

Ondertussen veranderden, verwaterden vriendschappen. Mijn sportieve leven kwam abrupt tot een einde. Alleen de laatste vijf minuten meetrainen op de zwemclub gaf teveel overlast -dat begreep ik toch wel? In mijn nieuwe klas (ik was intussen blijven zitten) vond ik weinig aansluiting. Wat wil je ook? Ik was "die nieuwe" die huiswerk mocht verzuimen, afwezig was bij toetsen en verplichte tripjes oversloeg. Ik belandde van "voorbeeldscholier" in het bakje "probleemgeval" en werd iedere leerlingbespreking besproken. Altijd was er wel wéér een nieuwe maatregel die doorgevoerd moest worden. Mijn docenten hadden begrip, tot op zekere hoogte. Ze lieten merken dat ik teveel aandacht vroeg; aandacht die nu niet naar anderen kon gaan. Mij werd verteld dat ik het nooit zou redden, dat ik méér mijn best zou moeten doen. En ik? Ik was op. Lag tussen de lessen door uitgeput op bed en voelde me onbegrepen. De toekomstdromen van mijn klasgenoten leken mijlenver verwijderd van de vooruitzichten die ik kreeg voorgespiegeld. Uiteindelijk behaalde ik toch mijn VWO-diploma. Toen mijn mentor tijdens haar afscheidsspeech een traantje wegpinkte, snotterde heel de aula mee. Wat moet mijn slagen een opluchting zijn geweest... Wat moest er van mij terecht komen? Wat was mijn leven waard?

 

Eenmaal aan de studie in Groningen stortte mijn lichaam opnieuw in. Mijn intelligentie kon het studentenleven prima aan, maar mijn concentratie... Ik was op! Mijn hoofd ontplofte. Alles deed pijn. Een nieuwe psycholoog met een nieuwe therapie vond dat ik beter kon stoppen. Maar opgeven? NOOIT! Ik besloot alleen nog theatervakken te volgen, dwars door alle jaarlagen heen. Ik ontmoette nieuwe vrienden (zoals ik gehoopt had), maar vond geen rust. Wel werkte ik in een online tool aan mijn zelfbeeld. Dat leek de psycholoog een goed idee. Evenals bevestigen dat mijn onzekerheid de waarheid was -nu zag ik wel in dat ik onredelijk dacht toch? Nope. Ik leerde vooral dat die man en ik "niet zo'n klik" hadden en dat dat in relatie tot je hulpverlener best belangrijk is.

 

Een jaar later begon ik aan HBO Docent Theater. Het oppakken van een bijproject werd direct afgeraden. Want ik was toch dat meisje dat niets extra kon? Ik had toch al moeite het standaard curriculum vol te houden, waardoor aanpassingsbereidheid van docenten werd gevraagd- wat dacht ik wel niet? Waarom hield ik me niet aan mijn eigen grenzen?

De yogadocent benoemde in week één dat de helft van de klas zou afvallen. Onze opleiding was nu eenmaal zwaar. Gevolg: ik keek een jaar lang op naar iedereen die "beter" was en zocht angstig naar klasgenoten die "lager in rang" stonden. Ik wilde blijven, ten koste van alles. Typisch gevalletje overcompensatie. Tegelijkertijd genoot ik van mijn nieuwe leeromgeving vol inspirerende mensen en ontdekte de kracht van aanmoediging. Met als resultaat dat ik teveel gaf. Dit hield ik twee jaar vol. Daarna stortte ik opnieuw in. Ik zie mezelf nog zitten in de inspiratietuin (weinig troostelozers dan dat). Twee vrienden naast me. "Ik heb het gevoel dat deze terugval groter is dan ik; als ik hieraan toegeef, is het einde zoek." Ze vonden dat ik de situatie onnodig opblies. Nou, dat heb ik geweten. Na tweeënhalf jaar droomopleiding spatte alles waar ik zo hard voor gestreden had eind 2017 uiteen. Exit droomleven.

 

Fulltime ziek-zijn op bijstandsniveau. Nieuwe behandelaars passeerden de revue met weinig zinnigers dan "Leer er maar mee leven", "Verzet je!" of "Doe dingen die bij je passen". Ik kreeg hypnotherapie en behoorde tot de 10% die daar ongevoelig voor bleek. Niets voelde goed en alles deed pijn, 24/7. Hoezo moet ik "gewoon" genieten, meneer de psycholoog met je supergeprivilegieerde leventje? Ik zonk dieper en dieper. Met een intensieve pijnrevalidatie als gevolg. Daar werd de diagnose fibromyalgie gesteld. Maar ook dat bleek het diepste dieptepunt nog niet. Dat kwam pas daarna. Toen mijn lichaam echt af was. De rollator, douchestoel en rolstoel deden hun intrede. Ik kwam maanden niet buiten. Mijn lichaam raakte uitgemergeld. Het voelde of ik werd opgevreten, van binnenuit, en vond geen kracht meer, voor niets.

 

Op dat punt, zo'n anderhalf jaar geleden, leek mijn leven volbracht. Het was klaar. Ik had alles gegeven, gefaald en het was goed zo. Ik kon niet meer. Mijn leven in voortdurende pijn, toenemende beperkingen en doorgeslagen onzekerheid had me geveld. 

 

Een waardig einde voor de negatieve versie van mijn pijnverhaal.


OEFENING 2 - Mijn positieve pijnverhaal

 

Alles is liefde. Ik heb oneindig hard gestreden, ben gevallen -vaak- en opgestaan -vaker. Het belangrijkste is dat ik leerde dat ik ALLES aankan. Ik denk minder, voel meer en weet dat ik oneindig krachtig ben. Wat er ook gebeurt: ik kan het aan. Ik leid -zonder 'ij'- een waardevol leven. Ik ben waardevol. Met veerkracht. Precies goed zoals ik ben.


Binnenkort deel 3: mijn realistische pijnverhaal!