Medelijden

Gepubliceerd op 8 maart 2019 om 11:30

Als iemand gezond is, jong, knap, getalenteerd, vakanties vult met stedentrips, zakelijke deals sluit in hipstercafeetjes, geregeld cocktailnippend op zonnige terrasjes verblijft, #healthyfitgirl salades eerst fotografeert voor ze kunnen worden opgegeten en over all een '#workworkwork #sunny #lovelife'-leven leidt, lijkt alles jaloersmakend perfect. 

 

I mean, OMG, zij mediteert zich zen op een subtropisch eiland; kom jij aan met die ene keer bezweet ondersteboven een hond nadoen in dat achterafzaaltje van de korfbalclub.

 

Als iemand chronisch ziek is, zoals ik, jong, knap, getalenteerd, dagen vult met bankhangen, als een kind zo blij wanneer vrienden je rolstoel een uurtje door de frisse lucht duwen, geniet van ieder verhaal dat zich afspeelt buiten je vier slaapkamermuren en geluk voelt als pijn een dag acceptabel blijft, wordt je leven op zijn minst gekarakteriseerd als ‘anders’.

 

Geld, status, streven naar groei, een hele reeks kantoorjargon (laaghangend fruit?!) en Engelse termen die vertaald een stuk minder fancy klinken; dat is waar mensen aan denken bij het leiden van een succesvol leven. Aangevuld met gestresst naar yogales vliegen om vervolgens gestyled te cocoonen (= gewoon bankhangen, ‘k denk zeg het ff) voor je volgende Insta post. Is dat het dan? Leiden met korte ‘ei’? Alles om het beeld dat anderen van je hebben net zo te kleuren als de filters doen op Instagram?

 

Ik prijs mezelf gelukkig. Gelukkig dat ik mezelf -mijn lichaam- accepteer, het beste uit iedere dag tover en durf te koesteren wat wèl lukt en wie er wèl zijn. Ik hoef geen maskers op te houden. Die zijn er namelijk niet. Wat je ziet -zittend, hangend, liggend-, is wat je krijgt. Niets meer; niets minder en boven alles zelfbewust. Is dat lijden? Met lange ‘ij’?

 

Geconfronteerd worden met mij -mijn lichaam- slaat de glazen van een roze bril aan diggelen. Ogen worden geopend. Opeens is er medelijden ('Zo zielig... Kon ik maar...’) of ontkenningsdrift (‘Nee, mijn tante had ook zoiets en [blablabla], dus het komt goed’) of confrontatieangst ('Jo, ’t gaat wel. Toch? De moed niet verliezen, hè? Nou, laterz!’). 

 

Mijn kracht huist ergens anders dan in spieren. Mijn mogelijkheden liggen niet als een 'stip aan de horizon', maar in het geluk van de mensen en dingen dichtbij om mij heen. Medelijden reduceert mij tot mijn platste versie -patiënt- terwijl ik nog zóveel meer ben dan dat. Ik leid mezelf niet van ontbijtafspraak naar board meeting naar lunchdate naar jaarcijferspresentatie naar… Ik leef NU, dichtbij mijn gevoel, op basis van mijn waardes, genietend van mijn kleine geluk. 

 

Dus als je voortaan wat van je medelijden kwijt moet, geef het dan aan de mensen die meer verbinding met hun WiFi router voelen dan met zichzelf. Zij kunnen wel wat #goodvibes gebruiken.