'Wat ik vandaag droom, zegt veel over wie ik morgen wil zijn’, was het eerste wat ik dacht toen ik vanmorgen opstond.
Dromen gaan per definitie over de toekomst. Ze spiegelen wat je beweegt, op dit moment. Je perspectief op 'later' toont wat je liefdevol met je mee wilt dragen, maar ook wat je wilt veranderen om jezelf, anderen of de wereld mooier te maken.
Dromen gaan over het uiten van gevoelens, of die nu in woorden te vatten zijn of niet. Je spreekt een wens uit, ervaart een mogelijkheid of verzint iets spannends nieuws. Je gunt jezelf de ruimte om op zoek te gaan naar wat energie geeft. Positieve energie om precies te zijn.
Wie wil ik zijn?
Waar word ik gelukkig van?
Welke ervaring gun ik mezelf?
Dromen geven richting. Als kleine bruggetjes. Aan de ene kant het bekende heden; aan de overkant de onbekende toekomst.
Soms is een bruggetje hoog en steil, de overkant onzichtbaar. Soms ook is het wiebelig houtje-touwtje-werk, een simpel vlondertje of een pad keien middendoor een rivier. Maar altijd als ik ìets -groot of klein, tastbaar of abstract- dat lonkt aan de overkant. Een avontuur? De liefde? Een verlangen?
Met een opvouwbaar reddingsvest van vertrouwen stap je de brug op. Of het nu makkelijk gaat of moeilijk; alles in je drijft je naar die overkant. Je moet. Zelfs als de overkant te ver weg blijkt, de brug plots instort of je toch niet verder durft; in het diepe springen is altijd beter dan verstard stil blijven staan. Aan de rand van het ravijn groeien weliswaar de mooiste bloemen, maar om die goed te kunnen zien, moet je toch echt aan de overkant staan. Beter vol verwachting meedeinen op de golven van het leven dan met een uitgebluste verbeelding aan de zijlijn blijven staan. Want één ding is zeker:
Het enige wat nooit verandert, is dat verandering altijd blijft.
Voor mij is dromen het creëren van mogelijkheden. In mijn fantasie is niets te gek. Alles kan. In mijn hoofd wonen immers geen beperkingen; daar ben ik vrij. Vrij om te mijmeren, in woord en in beeld. Boeken schrijven, inzichten delen, zichtbaarheid geven aan onzichtbaar ziek-zijn, vakanties met vrienden, inspirators ontmoeten, etcetera...
Hoe onrealistischer mijn dromen, hoe duidelijker de contouren verschijnen van wat wèl kan. Als een goudzoeker die modderige aarde zeeft.
Ondanks fysieke beperkingen probeer ik me keer op keer te verzetten tegen mentale blokkades: ik vertik het te denken in onmogelijkheden. Wat ik wil, kan ik. Misschien op een andere manier, misschien duur het langer of heb ik meer hulp nodig, maar niets is voor de volle 100% onmogelijk.
Ik ben niet beperkt. Zeker niet zolang mijn hart vol dromen zit.
Met mijn positieve energie kan ik alles aan.